Wat is de betekenis van domper?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

domper

1) (19e eeuw) (scheldw.) orthodoxe protestant. Eigenlijk: kaarsendover en vandaar: iets wat de stemming bederft. Bedoeld wordt het 'dompen' van wetenschap en vooruitgang. Syn.: bidslaaf. • Toen in 1880 de Vrije Universiteit in het koor der Nieuwe Kerk werd ingewijd, schreef een liberaal dagblad in vollen ernst, dat de gezichten van ons, fijnen...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

domper

domper - Zelfstandignaamwoord 1. teleurstelling, iets dat de vreugde uitdooft De zilveren medaille op de 200 meter hardlopen tijdens de Olympische Spelen was een domper op het geluk van Daphne Schippers. 2. voorwerp om iets mee uit te doven Woordherkomst Naamwoord van handeling van...

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

domper

orthodoxe protestant. Zie citaat voor verklaring. De verscherping van de regels in die jaren - en tegelijk: de grote gevoeligheid voor beledigingen valt af te lezen aan de lange rij van niet-geoorloofde (volgens de voorzitter) uitdrukkingen waarmee de kamerleden elkaar destijds bestookten. Enkele voorbeelden: ‘politieke gifmenger, spullebaas,...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

domper

domper - Kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan één van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor schaarachtige instrumenten met platte schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douter...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

domper

blusdoppie (kers); onderdrukker (plesier).

2024-04-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Domper

Werktuig voor vervoer van grond (z. Dumper).

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Domper

s., domper donateur, s., bigunstiger, stiper.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Domper

m. (-s), 1. kegelvormig of vingerhoedvormig kapje om een (kaars)vlam te doven ; — blikken doosje om daarin een brandende sigaar te doven en daarna gaaf te bewaren; 2. (fig.) duisterling, bevorderaar van domheid en bijgeloof; 3. zware stang om de klinknagels in stoomketels tegen te houden bij het maken van de sluitkop.