Wat is de betekenis van Dof (niet helder, lusteloos)?

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dof (niet helder, lusteloos)

bn. en bw. (-fer, -st), 1. niet opgewekt, lusteloos, mat: ik voel me zo vandaag; ongevoelig, geheel passief: een doffe onverschilligheid; in doffe berusting neerzitten; 2. niet scherp, niet helder: een doffe herinnering van iets hebben; dat maakt de geest dof, zodat men niet scherp meer waarneemt, onderscheidt, oordeelt; 3. niet sterk lichtend, n...