helder
helder - Bijvoeglijk naamwoord 1. klaar, doorzichtig ♢ de vloeistof was volkomen helder 2. duidelijk en zuiver ♢ de weergave van de geluidsinstallatie was prachtig helder 3. met sterke glans ♢ Zij werden verrast door een ...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
helder - Bijvoeglijk naamwoord 1. klaar, doorzichtig ♢ de vloeistof was volkomen helder 2. duidelijk en zuiver ♢ de weergave van de geluidsinstallatie was prachtig helder 3. met sterke glans ♢ Zij werden verrast door een ...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
helder - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: hel-der 1. zonder stof, viezigheid of vlekken ♢ Wijna heeft altijd een heldere keuken 2. goed te snappen ♢ hij hield een helder betoog voor winkelsluiti...
Prisma van het Weer
Term die kan voorkomen in een weersverwachting. De term is de nachtterm voor weinig bewolking, met als toevoeging dat het zicht goed moet zijn. Voor overdag wordt de term zonnig gebruikt. Zie ook: terminologie Zie ook: zonneschijnterm
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw. (-der, -st), 1. duidelijk en zuiver, met sterke boventonen klinkend, klaar: zij heeft een heldere stem; een heldere lach; 2. onverduisterd in schijn of glans, klaar (van licht of kleur): een heldere vlam; — maanlicht; (bw.) met sterke glans: het vuur brandt —; de zon schijnt —; iets in een — licht plaatsen, het v...
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-der, -st), 1. duidelijk en zuiver, met sterke boventonen klinkende, klaar : zij heeft een heldere stem ; een heldere lach ; — (als bw.) zij zong helder uit de borst; klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten (Perk) ; 2. onverduisterd in schijn of glans, klaar (van licht of kleur) : een heldere vlam ; het hel...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Helder - of Den Helder, gem. op de Noordelijke punt van Noord-Holland, groot 4463 H.A., met 31.000 inw. Zij strekt zich in het W. langs de Noordzee uit, waartegen zij door duinen is beschermd ; in het N. ligt zij langs het Marsdiep en in het O. aan de Zuiderzee. De gem. bevat de stad Den H. (28.000 zielen, waaronder 3000 man aan boord der schepen)...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
HELDER, bn. bw. (-der, -st), luid, duidelijk klinkende, klaar zij heeft eene heldere stem; een heldere lach; — schitterend, glanzend, klaar (van licht of kleur): eene heldere vlam; het heldere maanlicht; heldere oogen; eene heldere streep aan den hemel; eene heldere kleur; er zindelijk en frisch uitziende een heldere vloer; helder linnengoed;...
Nederlandse encyclopedie
Helder (De), de noordelijkste gemeente van het vaste land van Noord-Holland, is de hoofdplaats van een kanton en bevat, behalve het dorp van dien naam, aan liet Marsdiep gelegen, het Nieuwe Diep of Willemsoord, het dorp Huisduinen aan de Noordzee en het meer zuidelijk gelegen Koegras. Voorheen was door verstuiving der duinen tusschen Huisduinen en...
Gerelateerde zoekopdrachten