Wat is de betekenis van Distantiëren, zich?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Distantiëren, zich

(heeft zich gedistantieerd), afstand nemen, zich plaatsen buiten; niet meedoen; niet meegerekend willen worden.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

distantiëren, zich

(si'e:rən) (distantieerde zich, heeft zich gedistantieerd) 1. Eig. distantie, afstand nemen. 2. Metf. zich op afstand houden, niet meedoen.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Distantiëren, zich

(distantieerde zich, heeft zich gedistantieerd), afstand nemen, zich plaatsen buiten; niet meedoen; niet meegerekend willen worden; zich van, niet onderschrijven.