Dikkop
m. en v. (-pen), 1. iem. met een dikke kop ; ook als scheldnaam; — oneig. iem. met beperkte vermogens, ofwel: koppig mens ; 2. m. (-pen), (nat. bist.) kikkervisje, jonge kikvors in een der stadia zijner ontwikkeling, donderpad; 3. naam voor verschillende dikkoppige diersoorten, o.a. van zekere vlinders (Hesperia); 4. naam van zekere vari&eu...