Diggel
v. (-en, -s), 1. (gew.) in het mv.: grof aardewerk, potten en pannen; de diggelen bij elkaar houden, goed op zijn zaken passen, niets verloren laten gaan; 2. scherf (van aardewerk, porselein): aan diggelen vallen; 3. (gew.) bikkel.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en, -s), 1. (gew.) in het mv.: grof aardewerk, potten en pannen; de diggelen bij elkaar houden, goed op zijn zaken passen, niets verloren laten gaan; 2. scherf (van aardewerk, porselein): aan diggelen vallen; 3. (gew.) bikkel.
Wiktionary (2019)
diggel - Zelfstandignaamwoord 1. scherf ♢ Hier heb ik de laatste diggel van de kapotgevallen vaas, nu kunnen we hem laten repareren.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De letterlijke betekenis van diggel is ‘scherf. Wij kennen dat woord alleen nog in de verbindingen aan diggelen vallen, in diggelen vallen, aan diggelen zijn. Van het verwensingsvers verrek, verrot, verteer komen veel varianten voor. In één daarvan vinden wij de regel val in diggels, breek je nek! Die...
M. J. Koenen's (1937)
v. -s, -en (in het mv. gew.: aardewerk, potten en pannen; in zegsw. in het mv. scherf): aan -en zijn, vallen enz.
Jozef Verschueren (1930)
(’diggəl) m.(-en, -s) [~ tegel] 1. grof aardewerk, alleen in de uitdrukking : de -en bij elkaar houden, goed op zijn zaken passen. 2. scherf. alleen in de uitdrukkingen : aan -en vallen, zijn.
Instituut voor de Nederlandse taal
diggel zn. 'scherf' categorie: geleed woord Vnnl. en slaet den Spaerpot aen diggelen of scherven [ca. 1600; WNT], An duizent diggelen 'in duizend stukken' [1653; WNT rekken I], diggelen en scherven van Roomsch ('Romeins') aardewerk [1664; WNT]. Bijvorm van degel 'plaat van een drukpers; aar...
Dr. J. Bergsma (1906)
(N. en O.-Dr.) gebroken aardewerk, scherf. In Z.Dr. zegt men schaorten (Zuidwolde, Veeningen), schaoten (Vledder, Uffelte), schörden (Coevorden). diggels op pottie (Eext) − kinderspel; diggelhoes (Rolde, Vries, Donderen) − etagère waar kinderen diggels op leggen, diggelhoessien (Zuidl.) − stellage van baksteen, waarop de kinderen hun diggels te pro...
J.H. van Dale (1898)
DIGGEL, v. (-en, -s), (gew.) grof aardewerk, potten en pannen; de diggelen bij elkaar houden, goed op zijne zaken passen, niets verloren laten gaan; — scherf (van aardewerk, porselein); — aan diggelen vallen, in scherven (stukken) vallen; — (gew.) bikkel; —SCHIPPER, m. (gew.) pottenschipper; ...SCHUIT, v. (-en), (gew.) pott...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: