Wat is de betekenis van Dichterlijk?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dichterlijk

dichterlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (dichtkunst) van een dichter 2. (dichtkunst) van de dichtkunst, gelijkend op dichtkunst 3. (dichtkunst) met dichterlijke aanleg of inspiratie Woordherkomst afgeleid van dichter met het achtervoegsel -lijk Synoniemen poëtisch Antoniemen ondichterlijk Verwante begripp...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dichterlijk

dichterlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dich-ter-lijk 1. als van een dichter ♢ zijn taalgebruik is nogal dichterlijk Bijvoeglijk naamwoord: dich-ter-lijk ... is dichterlijker dan ... ...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dichterlijk

bn. bw. (-er, -st), 1. van een dichter: dichterlijke nalatenschap; dichterlijke ontboezemingen; dichterlijke voorstellingen; 2. denkend, gevoelend, sprekend als een dichter : een dichterlijk gestemde natuur; dat is zeer dichterlijk gezegd; 3. tot de dichtkunst behorend: dichterlijke uitdrukkingen, die de dichters gebruiken, doch die in de gewone...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dichterlijk

1 bn. ([gelijk] een dichter eigen [is]; van, overeenkomstig de aard, het wezen eens dichters): -e taal; -e vrijheid, nl. in de wijze van zeggen, wèl den dichter maar minder den prozaschrijver geoorloofd; -e vertelling, in versmaat b.v. Starings De Verjaardag; 2 bw. (op de wijze van een dichter): iets - uitdrukken.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dichterlijk

('dichterlɘk) bn. en bw. (-er. -st) 1. (als) van. eigen aan, betreffende, op de wijze van een dichter : -e geest, zin. voorstelling, taal; iets weergeven; -e vrijheden zijn vrijheden, die zich wél een dichter, niet echter een prozaschrijver mag veroorloven. 2. uit dichters bestaande : een gezelschap. Syn. poëtisch.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dichterlijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. van een dichter: dichterlijke nalatenschap; dichterlijke ontboezemingen; dichterlijke voorstellingen; 2. denkend, gevoelend, sprekend als een dichter: een dichterlijk gestemde natuur; dat is zeer dichterlijk gezegd; 3. tot de dichtkunst behorend: dichterlijke uitdrukkingen, uitdrukkingen die de dichters gebruiken, maar d...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dichterlijk

DICHTERLIJK, bn. bw. (-er, -st), van een dichter dichterlijke nalatenschap; dichterlijke ontboezemingen; dichterlijke voorstellingen; — denkend, gevoelend, sprekend als een dichter eene dichterlijk gestemde natuur; dat is zeer dichterlijk gezegd; — tot de dichtkunst behoorend: dichterlijke uitdrukkingen, die de dichters gebruiken, doch...