Wat is de betekenis van delven?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

delven

delven - Werkwoord 1. (ov) gravend iets winnen     ♢ In die streek wordt koper gedolven. Uitdrukkingen en gezegden     ♦ het onderspit delven         verliezen in een strijd Synoniemen winnen

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

delven

delven - onregelmatig werkwoord uitspraak: del-ven 1. een gat maken door grond weg te halen ♢ er is voor de dode een graf gedolven 2. door graven uit de grond halen ♢ in dit land wordt goud gedo...

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

delven

zie spade.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Delven

is een in de bloembollenstreek toegepaste verticale grondverwisscling tot een diepte van maximaal 1 m. De bovenste steek wordt naar onderen en de derde steek (onderste) wordt naar boven gebracht (z. Grondverversing).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Delven

v., dolle.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Delven

(dolf of delfde, heeft gedolven), 1. graven, spitten: een kuil, een sloot delven; een graf delven; hij delft zijn eigen graf, brengt zichzelf ten ondergang; 2. begraven; 3. uitspitten, opgraven: keien, klei delven ; goud delven ; — aardappels delven, rooien; — konijnen delven, uitgraven.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

delven

dolf, h. gedolven (1 graven, spitten; door graven doen ontstaan; 2 uitgraven, op delven): 1 een graf -; fig. zijn eigen graf -, zich zelf in ’t ongeluk storten; 2 goud, klei -.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

delven

(‘delvən) (dolf, dolven en delfde; heeft gedolven) 1. een uitholling in de grond maken : een kuil -. → graf, onderspit. Syn. graven, opdelven, rooien, spitten, uitroeien. 2. begraven : onder de grond -. 3. opgraven ; klei -. 4. rooien : aardappels -.