defaitisme
defaitisme - Zelfstandignaamwoord 1. ongeloof in het eigen succes, moedeloosheid Woordherkomst afgeleid van het Franse défaite met het achtervoegsel -isme Synoniemen moedeloosheid, pessimisme
Wiktionary (2019)
defaitisme - Zelfstandignaamwoord 1. ongeloof in het eigen succes, moedeloosheid Woordherkomst afgeleid van het Franse défaite met het achtervoegsel -isme Synoniemen moedeloosheid, pessimisme
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
naam in eerste wereldoorlog gegeven aan de houding van die Fransen, die de oorlog niet wensten voort te zetten; sindsdien algemene betekenis voor ontmoediging
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), o., mening dat het beter is de strijd (oorlog) te staken omdat men toch geen hoop op een overwinning meer heeft; moedeloosheid.
Winkler Prins (1949)
(van Fr. défaile, nederlaag), samenvattende benaming voor de mismoedige, vertrouwenloze (maar geen beredeneerd verband met de feitelijke situatie houdende) geesteshouding van bepaalde kringen in Fr. tijdens W.O.I, ontaardend in een soort psychose die het gehele volk dreigde aan te tasten en tot ontijdige compromissen rijp te maken. Clemencea...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
was de naam voor de houding van die Fransen, die in de laatste jaren van Wereldoorlog I niet meer in de overwinning konden geloven en een compromisvrede met Duitsland aanbevalen. Clemenceau trad fel tegen hen op. Na de oorlog maakte maarschalk Joffre als lid van de Académie Française bezwaar tegen het opnemen van het woord in het offi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: