danig
danig - Bijvoeglijk naamwoord 1. in aanmerkelijke mate, buitengewoon ♢ De verkoop liet een danige teruggang zien. danig - Bijwoord 1. in aanzienlijke mate ♢ Hij was danig geschrokken van de verkoopcijfers. Synoniemen erg, flink
Wiktionary (2019)
danig - Bijvoeglijk naamwoord 1. in aanmerkelijke mate, buitengewoon ♢ De verkoop liet een danige teruggang zien. danig - Bijwoord 1. in aanzienlijke mate ♢ Hij was danig geschrokken van de verkoopcijfers. Synoniemen erg, flink
Muiswerk Educatief (2017)
danig - bijwoord uitspraak: da-nig 1. erg, zeer ♢ ik heb me danig in haar vergist Bijwoord: da-nig Synoniemen rijkelijk
Dr. E. Schröder (1980)
Het woord danig wordt gebezigd in de betekenis: geducht, flink, in hoge mate. Men zegt bijvoorbeeld: ik heb mij danig verveeld, ik heb hem danig de waarheid gezegd, ik was danig geschrokken. Dit woord danig is niets als een afkorting van zodanig of dusdanig die beide betekenen: in die mate, zo. Het zijn samenstellingen met het voltooide deelwoord v...
Van Dale Uitgevers (1950)
1. bn., duchtig, zeer groot: ik heb een danige honger; 2. bw., buitengemeen, zeer : hij heeft zich danig bedrogen, verveeld; — ik heb hem danig de waarheid gezegd, flink, geducht.
M. J. Koenen's (1937)
1 bn. (zeer groot, erg): ik heb een -e honger; 2 bw. (in hoge mate, geducht): ik heb hem - de waarheid gezegd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: