Wat is de betekenis van Daimio?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Daimio

m. (-’s), edelman en grootgrondbezitter in Japan.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Daimio

[Jap., van Chinees dai = groot, en myo = naam] (gesch.) adellijke grootgrondbezitter in japan.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Daimio

Japanse edelman

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Daimio

vroegere feodale edele in Japan.

2025-07-15
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

daïmio

m. adellijke, grootgrondbezitter, vorst in Japan.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

daimio

m. daimio’s (Japans edelman, Japans groot-grondbezitter).

2025-07-15
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

daïmio

m. adellijk grootgrondbezitter, vorst in Japan.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Daimio

Daimio - (lett. Groote Naam) was de titel van de feodale heeren of baronnen van Japan, wier positie ongeveer overeenkwam met die onzer Westersche ridders of baronnen uit de middeleeuwen. Onder de Tokoegawa-dynastie van het Sjogoenaat (1603—1867) hadden de daimio’s van den laagsten rang landbezit, geschat op 10 000 balen rijstopbrengst p...