Wat is de betekenis van daim?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

daim

daim - Zelfstandignaamwoord 1. (België) zacht leer Synoniemen suède

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

daim

suéde Werden wel meegenomen naar de verkoopzaal: 1 kleerkast met 2 deuren en 2 schuiven; 1 keukentafel; 4 stoelen; 1 legkast met 2 deuren en 1 schuif; 1 tafel op poot; 3 kaders; 1 gaskastje, belegd met steentjes; 2 schouwgarnituren (6 stuks); 1 wekker; 2 koperen schotels; 1 paar lage vrouwenschoenen (bruine daim). De vrouwenschoen...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

daim

(de en bn.) (peau de) suède. Het silhouet doet denken aan de Londense mode van de jaren zeventig: kachelpijpbroeken, zachte daim veterschoenen, driekwartcabans, parka's en grof gebreide truien met een ronde hals. - DM, 27-01-2003.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Daim

herteleer

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

daim

Als stofnaam: suède; ook in bijv. gebruik. Leder en daim damesmantels, Reklamegids 25/11/1976. Vesten en mantels in leder en daim, Publirama 15/6/1977.

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Daim

damhert; herteleer; stommerik.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

daim

(Fr.) m. hertsleer.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Daim

[Fr.], o., herteleer, daimio, daimyo.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)