Dago
Zie Dagobert
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(spr.: deego), naam die in Engels-sprekende landen soms verachtelijk aan Zuideuropese zeelui wordt gegeven. In de V.S. dient het woord nogal eens om er de arme klasse van Italiaanse immigranten mee aan te duiden. Het is een verbastering van de Spaans-Portugese voornaam „Diego”.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Dagö - (ook: Dagden, Dagen of Dagger), eiland, dat met Ösel den toegang tot de Golf van Riga afsluit, door de Moon-Sont van Estland gescheiden; oppervl. bijna 100 K.M.2 De kust is gevaarlijk te naderen door de vele riffen, die zich tot ver in zee uitstrekken; vandaar dat 2 groote vuurtorens gebouwd zijn op de N.W. en N.O. punt van het eiland. In he...
J. Kramer (1908)
Dago, Dagen, Dagger. Eiland in den ingang der golf van Finland, behoorende tot het russisch gouvernement Ësthland, district Wiek; het is door een smalle sond van het eiland Osel gescheiden, is van n. tot z. 47 km. lang, tot 55 km. breed, en beslaat een oppervlakte van 960 km.2; de kusten zijn zeer gebroken en geheel met ondiepten, zandbanken e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: