Wat is de betekenis van controleur?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

controleur

iemand die als beroep controleert. iemand die voor zijn beroep, meestal in dienst van de overheid maar soms ook in dienst van een bedrijf, bepaalde zaken controleert en rapporteert, zoals belastingbetaling, de veesector, spijbelen, parkeren, het in dienst nemen van illegale arbeiders, dopinggebruik, alcoholgebruik in het verkeer, misbruik va...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

controleur

controleur - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die belast is met de controle Woordherkomst Naamwoord van handeling van controleren met het achtervoegsel -eur (met het voorvoegsel con-) Synoniemen inspecteur Verwante begrippen controle, controleren

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

controleur

controleur - zelfstandig naamwoord uitspraak: con-tro-leur 1. iemand die kijkt of het in orde is ♢ de controleur kwam het bouwwerk inspecteren Zelfstandig naamwoord: con-tro-leur de controleur ...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Controleur

[Fr. contrôleur] wie officieel toezicht houdt; (in vroeger Ned. Oost-Indië) bep. bestuursambtenaar.

2024-04-26
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Controleur

Controleur, in Nederlands-Indië een ambtenaar van het Binnenlands Bestuur, die een (assistent-)resident assisteerde (op Java en Madura) of een onderafdeling beheerde (in de buitengewesten). De controleur-kota was op Java de controleur wiens standplaats de hoofdplaats (Kota) was van een gewest of van een afdeling. Op de buitengewesten was hij de con...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

controleur

controleur - Personen die controleren of een product of dienst voldoet aan de vereiste normen.

2024-04-26
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Controleur

in het vm. Ned.-Indië een ambtenaar van het Binnenlands Bestuur, die een (assistent)resident assisteerde (op Java en Madura) of een onderafdeling beheerde (op de Buitenbezittingen). De controleur-kota was op Java de controleur, wiens standplaats de hoofdplaats (Kota) was van een gewest of van een afdeling; op de Buitenbezittingen de controleur...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Controleur

ambtenaar belast met controle.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Controleur

s., kontroleur.