Cloacadieren
o. mv., laagste orde der zoogdieren (Monotremata) met een cloaca; omvat het vogelbekdier en de mierenegel.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. mv., laagste orde der zoogdieren (Monotremata) met een cloaca; omvat het vogelbekdier en de mierenegel.
Getty Research Institute (1990)
cloacadieren - Orde van eierleggende zoogdieren met vier soorten in twee onderklassen. De bestaande soorten zijn het vogelbekdier en de twee soorten mierenegels. Waarschijnlijk een aftakking van de lijn die teruggaat op andere zoogdieren uit het Mesozoïcum.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
W.Eigener (1970)
Orde Monotremata Cloacadieren Families: Ornithorhynchidae Vogelbekdieren (Ornithorhynchus), Tachyglossidae Mierenegels (Tachyglossus, Zaglossus) De cloacadieren zijn de primitiefste zoogdieren. Ze brengen geen levende jongen ter wereld, maar leggen eieren met leerachtige schalen, die bebroed moeten worden. Tepels in de ware zin ontbreken; in plaats...
Winkler Prins (1949)
(Monotremata), onderklasse der zoogdieren. Ze zijn gekenmerkt door het bezit van een cloaca. De C. zijn de enige zoogdieren, die eieren leggen. Het Vogelbekdier (Ornithorynchus) maakt een nestje door een hol te graven en legt hierin de eieren. De Mierenegel (Echidna) brengt het gelegde ei direct in een broedbuidel. Tepels ontbreken, het jong moet d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: