Wat is de betekenis van clean?

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] schoon, helder [roesmiddelen] schoon, [alcohol] droog - Nu is hij van zijn roesmiddelenverslaving af en volledig schoon. Zij laat de drank staan en is dus helemaal droog. [alg.] steriel, strak, koel - Liftmuziek is steriele muziek zonder kraak of smaak. [alg.] schoon, stralingsvrij [alg.] zakelijk

(1960+) drugs) (Eng.) geen drugs meer gebruikend. • Ook hij deed er niet meer aan mee. Je komt er geen stap door verder. Hij was clean, en clean zou hij blijven. (Simon Vinkenoog: Hoogseizoen. 1962) • (R.G. Broersma: Recht voor z'n Raap. Jargonboek voor hippe en andere vogels. 1970) • Als de klanten of cliënten (ge...

clean - Bijvoeglijk naamwoord 1. modern, strak ♢ Hij werkt in een heel clean wit kantoor zonder frutsels. 2. geen drugs meer gebruikend ♢ De junk zei dat hij al weken clean was, maar het urineonderzoek toonde aan dat hij loog. Woordherkomst...

Clean - (Eng.) gezegd van iemand die niet meer de gewoonte heeft om drugs te gebruiken. Ook wel: schoon. Van wielrenners die geen doping gebruiken zegt men dat ze naturel rijden. Ik bleef dus, behalve af en toe wat valium, helemaal clean. - Christiane F., Verslag van een junkie (1980) ​

clean - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: klien 1. zonder stof, viezigheid of vlekken ♢ jouw keuken is wel erg clean 2. zonder omhaal en emoties ♢ hij zegt heel clean waar het op staat Bijvoe...

clean: zuiver rijden, zonder doping; naturel.

(bn) SP - zonder doping, syn. naturel: clean fietsen

(bn) 1 - (bij het raken van de bal) zonder dat er gras of zand tussen het clubblad en de bal komt. 2 SP - zonder doping. Herkomst: Eng. (schoon).

(de; -s) KR - het voorslaan, een halter vanaf de grond in een vloeiende beweging tot borsthoogte (op de borst) brengen.