Wat is de betekenis van circulair?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

circulair

circulair - Bijvoeglijk naamwoord 1. met betrekking tot een cirkel 2. cirkelvormig 3. in een kring rondgaand Woordherkomst afgeleid van het Franse circulaire met het achtervoegsel -air

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Circulair

kringvormig; rondgaand

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Circulair

kring- of cirkelvormig

2024-04-30
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Circulair

1. cirkelvormig; 2. deel uitmakend van een kringloop.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Circulair

(Fr.), bn. bw., 1. kringvormig, rondachtig: circulaire spieren, kringspieren; 2. rondgaand.

2024-04-30
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Circulair

(= Fr. circulaire = Lat. circuláris = kringvormig, cirkelrond; circulus = cirkelomtrek, kring). Kringvormig; b.v. van stromen.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

circulair

kringvormig, rondachtig.

2024-04-30
Vreemde woorden in de Sterrenkunde

Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)

Circulair

(= Fr. circulaire', = Lat. circuláris; < Lat. circus = kring). Kringvormig, cirkelrond.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Circulair

(< Lat. circulus = cirkel). Betrekking hebbend op den cirkel; speciaal gebruikt in verband met de isotrope punten, die zelf wel de circulaire punten heten, terwijl een kromme, die er door gaat, een circulaire kromme genoemd wordt.