Wat is de betekenis van chauffeur?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chauffeur

(Fr.), m. (-s), bestuurder van een automobiel.

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

chauffeur

Het begrip chauffeur heeft 2 verschillende betekenissen: 1) automobilist. iemand die een auto bestuurt; bestuurder van een auto; automobilist. 2) bestuurder voor zijn beroep. iemand die voor zijn beroep een auto, bus, vrachtwagen of ander motorrijtuig bestuurt en goederen of passagiers vervoert; iemand die het besturen van een (vrach...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chauffeur

chauffeur - Zelfstandignaamwoord 1. (verkeer) de bestuurder van een motorvoertuig (ook (beroep)) De chauffeur verloor de macht over het stuur en daarom vloog de auto de berm in. Woordherkomst afgeleid van het Franse 'chauffeur' (stoker) (met het achtervoegsel -eur) Verwante be...

2025-07-15
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Chauffeur

Chauffeur - verkorting van buschauffeur.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

chauffeur

chauffeur - zelfstandig naamwoord uitspraak: chauf-feur 1. iemand die een voertuig verplaatst ♢ de chauffeur nam na twee uur een pauze Zelfstandig naamwoord: chauf-feur de chauffeur de c...

2025-07-15
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

chauffeur

Verkorting van buschauffeur.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

chauffeur

(de, -s) in België ook: automobilist en niet alleen iemand die voor zijn beroep met de auto rijdt.