Wat is de betekenis van chauffeurs?

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chauffeurs

chauffeurs - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord chauffeur

2025-07-15
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Chauffeurs

fr. bestuurders van autoinobielrijtuigen en in dien zin de letterlijke beteekenis van stokers Figuurlijk: leden van de claque, claqeurs, gehuurde toejuichcrs bij tooneelvoorstellingen, op concerten, enz.

2025-07-15
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Chauffeurs

d. i. warmers, heetmakers. Onder dezen naam verstond men tijdens de groote fransche omwenteling de rooverbenden, die de afgelegene, eenzaam staande woningen plagten te overvallen, en dan de voetzolen van hunne slagtoffere zoo lang chauffaient, d. i. pijnigden met vuur, totdat de dus gemartelden bekenden waar ze hunne gelden of andere kostbaarheden...