Gepubliceerd op 13-11-2017

chauffeur

betekenis & definitie

chauffeur - Zelfstandignaamwoord
1. (verkeer) de bestuurder van een motorvoertuig (ook (beroep))
De chauffeur verloor de macht over het stuur en daarom vloog de auto de berm in.

Woordherkomst
afgeleid van het Franse 'chauffeur' (stoker) (met het achtervoegsel -eur)

Verwante begrippen
mannelijke vorm van chauffeuse, chaufferen