chauffeur - Zelfstandignaamwoord
1. (verkeer) de bestuurder van een motorvoertuig (ook (beroep))
♢ De chauffeur verloor de macht over het stuur en daarom vloog de auto de berm in.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse 'chauffeur' (stoker) (met het achtervoegsel -eur)
Verwante begrippen
mannelijke vorm van chauffeuse, chaufferen
Gepubliceerd op 13-11-2017
chauffeur
betekenis & definitie