Wat is de betekenis van chance?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

chance

geluk. gunstige loop van de omstandigheden; voorspoed; geluk. Voorbeelden: Als hij met een beetje 'chance' over twee jaar naar de zevende verdieping zou verhuizen, naar een luxueuze werksuite met bar en badkamer, een oosters tapijt, leren bankstellen, een design bureau met gedempt licht, (hopelijk als stafchef), zou hij het...

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

chance

geluk Ge hebt chance dat ge dat niet meer moest meemaken. Uw kaars was nog maar pas uit, of dat prutske in haar buik ging ook kapot. Ze kunnen veel repareren, maar een half menske heel maken, dat kunnen ze nog niet. (Marita de Sterck, Niet zonder liefde) Hoe is het daar?' 'Het is hier halfvijf's morgens. Het is al d...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

chance

(de) geluk. Ik heb gewoon geweldig veel chance, Hilaire. Ik eet wat ik wil. - Humo, 20-08-2002.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Chance

kans

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Chance

[Fr. sjas]. Chance hebben betekent toenadering ondervinden van iemand van het andere geslacht.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

chance

Geluk (in ’t alg.); chance hebben, geluk hebben, boffen. Dan kunt ge de torrekes zien en de schrijverkes die over ’t water lopen en soms als ge chance hebt een viske ook, VERSTEYLEN 1964, 56. Brave kinderen? Ja, dat mag ik zeggen. Maar ’t moet een beetje meewillen. We hebben niet veel chance gehad. De oudste is naar de mis...

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Chance

kans.

2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Chance

kans; geluk, bof; bonne chance!, veel succes!, geluk ermee!, het beste!, het ga je goed!; c'est de la mauvaise chance, dat is pech; avoir de la chance, geluk hebben, fortuinlijk zijn, boffen; il y a neuf chances sur dix que, tien tegen één dat...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Chance

1 toeval, geluk; kans; mogelijkheid; vooruitzicht; the main chance, fig eigen voordeel; stand a good chance, goede kans (en) hebben; take one’s chance, het erop aan laten komen; de kans wagen; by chance, toevallig; on the chance of ...ing, met het oog op de mogelijkheid dat...; II toevallig: III gebeuren; I changed to see it, bij toeval (to...