chagrijnig
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., (volkst. saggerijnig), zeurig ontevreden, zuur, gemelijk, korzelig, wrevelig : chagrijnig kijken; van die chagrijnige vent kan niemand houden.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip chagrijnig heeft 2 verschillende betekenissen: 1) slechtgehumeurd. zich steeds gedragend als iemand die iets heeft wat hem hindert; verkerend in een stemming van knagende, afgunstige, soms tergende onvriendelijkheid of ontevredenheid; slechtgehumeurd; zuur. 2) blijk gevend van een slecht humeur. blijk gevend van een slecht...
Wiktionary (2019)
chagrijnig - Bijvoeglijk naamwoord 1. in slechte stemming, slecht gehumeurd, snel boos ♢ In de file wordt hij altijd chagrijnig. ♢ Hij was door kiespijn heel chagrijnig. Woordherkomst afgeleid van chagrijn met het achtervoegsel -ig Syn...
Muiswerk Educatief (2017)
chagrijnig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sjag-rij-nig 1. in een slecht humeur ♢ deze mopperkont is altijd chagrijnig Bijvoeglijk naamwoord: sjag-rij-nig ... is chagrijniger dan ... ...
M. J. Koenen's (1937)
I. bn. (1 zich steeds gedragend als iem., die iets heeft, wat hem hindert; „zuur”; gemelijk; 2 van gevoelens: tergend onvriendelijk): 1. hoe komt hij toch zo chagrijnig? 2. een chagrijnig gevoel van achteruit gezet te zijn. II. bw. (op tergend-onvriendelijke manier): hij spreekt zo chagrijnig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: