census
census - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) belasting 2. (politiek) periodieke volkstelling
Wiktionary (2019)
census - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) belasting 2. (politiek) periodieke volkstelling
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. = opgave van personalia en bezit bij Romeinen] 1 cijns, belasting; 2 volkstelling; 3 opgave of schatting van bezit en inkomsten.
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
belasting; vermogensopgave, volkstelling, schatting naar inkomen of vermogen; censuskiezer: degene, die kiesrecht heeft, omdat hij belasting betaalt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m., 1. cijns, belasting; 2. som die men in de belasting moet betalen om kiesrecht te bezitten (in sommige kiesstelsels); 3. tienjaarlijkse officiële volkstelling.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. schatting van het vermogen en de verdere staat van elke Romeinse burger, de census, censum habere, Cic., of agere, Suet., de census houden, censu prohibere, Cic., of excludere, Liv., iemd de opneming in de burgerlijsten ontzeggen, habere censum hominum, een schatting, telling houden van enz., Caes. | meton....
Jacon Kramers Jz (1948)
(Lat.) m. cijns, belasting; volkstelling; vermogensopgave; schatting naar inkomsten of vermogen.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
was bij de oude Romeinen de schatting van het vermogen der burgers (z censor). Zij vond om de vijf jaar plaats op het Marsveld, waar ieder hoofd ener familie moest verschijnen, om alle gegevens op te geven betreffende zijn gezin en zijn bezittingen; de ridders (equites) verschenen daar met hun paard. Zij werd besloten met een lustrum (reinig...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: