Wat is de betekenis van Capus?

1949
2023-03-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Cāpus

i, m. kapoen.

1933
2023-03-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Capus

Capus - Alfred, Fransch roman- en tooneelschrijver, * 1858 te Aix, ♰ 1 Nov. 1922 te Neuilly. Schitterend vertegenwoordiger van „l’esprit parisien”, mengsel van oppervlakkige levendigheid en goedkoop optimisme. Werken: Tooneelstukken: Brignol et sa fille (1895) ; L'innocent (1896); Rosine; Les petites folies (1897); Mariage bo...

Lees verder
1916
2023-03-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Capus

Alfred, Frans schrijver, *25.11.1858 Aix-enProvence, ♱1.11.1922 NeuilIy-sur-Seine. Capus was journalist (1894—1922 redacteur van de Figaro). Hij schreef scherpe politieke artikelen en een zestal romans, o.a. Qui perd gagne (1890), Faux départ (1891). Zijn grootste succes bereikte hij echter met opgewekte en oppervlakkige blijspelen die...

Lees verder