C-woord
(1990) (euf.) corruptie; censuur; crisis, Corona of om het even welk woord (beginnend met een C) waar een taboe op rust. Vgl. F-woord; G-woord; H-woord; K-woord; O-woord. Dergelijke afkortingen worden gebruikt om taboewoorden te vermijden. De Amerikaanse lexicograaf Jesse Sheidlower publiceerde in 1995 ‘The F-word’ met duizenden onge...