Wat is de betekenis van Brühl?

2024-04-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

BRÜHL

(1) ontstaan uit Middellat. Brogilus of Boilus (d.i. bosje), is de naam van een veelal laagliggend, moerassig vlak gebied, dat met gras en struikgewas is begroeid. In sommige plaatsen leeft de naam voort in een stadsgedeelte of straat, waar vroeger vermoedelijk zulk een moerassig bosje gelegen was. Zo is bijv. in Leipzig de Brühl...

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bruhl

Bruhl - Levy, ➝ Levy-Bruhl.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Brühl

Brühl - (Heinrich, rijksgraaf von), Saks. staatsman, 1700—1763; werd in 1747 eerste minister van August III, keurvorst van Saksen en koning van Polen, wist zich, ten koste van het land, groote rijkdommen te verwerven, waarvan hij een weelderig leven leidde; hij wikkelde Saksen in den Zevenjar. oorlog, die het land op zware offers kwam te staan. De...

2024-04-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Brühl

Brühl is de geslachtsnaam eener adellijke familie, uit Thüringen afkomstig. Het familie-kasteel is Gangloff-Sömmren niet ver van Erfürt, en als stamvader noemt men Johann von Brühl, die omstreeks het jaar 1490 leefde. Deze familie heeft vooral sedert de 17de eeuw een aantal mannen opgeleverd, die hooge betrekkingen bekleed en zich ook door h...

2024-04-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Brühl

1) marktvlek in het pruis. reg.-distr. Keulen, 3 uren gaans bezuiden Keulen, met 2000 inw. en het reeds 1725 door keurvorst Clemens August gebouwde kasteel Augustenburg met parken jagtslot Falkeniust. In 1651, toen Mazarin uit Frankrijk was gebannen, nam hij de wijk naar B.2) B.,of Briel, schoon rotsdal bewesten Mödling (omstreek van Weenen),...