brug: hij kan geen - (viaduct) op fietsen
Gezegd van een renner die de bergetappes niet aankan, die geen aanleg heeft voor het klimmen. Vgl. Frans: ne pas grimper un pont d’autoroute. Frits Hoogerheide droeg lange tijd de titel Adelaar van Hoogerheide. Het was een cynische toevoeging. Hoogerheide kon immers nog geen brug over en werd laatste in zijn enige Tour. (Het Parool, 16/07/2003)