Wat is de betekenis van Bovenlander?

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bovenlander

Speciaal in Friesland gebruikte naam voor het type ‘Oldenburger’ paard.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bovenlander

m. (-s), 1. die hogere of bergstreken bewoont; (in Holland) Westfaling, Oostfries; 2. vaartuig dat de Weser of de Eems bevaart; 3. paard uit Holstein, Oostfriesland.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bovenlander

m. bovenlanders (1 bewoner v. e. bovenland; 2 paard uit Holstein, Oost-Friesland enz.; ook: vaartuig, dat de Eems of Wezer bevaart); 1. de Atjehers onderscheidt men in bovenlanders en Benedenlanders; een scheldnaam van de bovenlanders was mof, poep; 2. sterke bovenlanders.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bovenlander

m. (-s) 1. Alom. persoon, dier, zaak van een bovenland. 2. Inz. a. paard uit Holstein, Oldenburg, Oost-Friesland. b. vaartuig dat de Eems of de Wezer bevaart.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bovenlander

m. (-s), 1. iemand die bergstreken bewoont; 2. vaartuig dat de Wezer of de Eems bevaart; 3. paard uit Holstein, Oostfriesland.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bovenlander

BOVENLANDER, m. (-s), die hoogere of bergstreken bewoont; (in Holland) Westfaler, Oost-fries; (ook) vaartuig dat de Weser of de Eems bevaart; een paard uit Holstein, Oostfriesland.