Wat is de betekenis van Boucher?

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Boucher

I. (toe-, dichtstoppen, (afsluiten, dichtmaken, dichten, verstoppen, kurken, dichtmetselen, betimmeren, benemen, versperren; en boucher un coin à qn., iem. de mond snoeren; tot rede brengen; se boucher le nez, zijn neus dichthouden. II. 1. slager, slachter; 2. fig. beul.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Boucher

François, Fransch schilder en graveur, wiens vruchtbaar werk van grooten invloed is geweest op den Franschen smaak. * 1703 te Parijs, † 1770 aldaar. Nadat hij bij zijn vader Nicolas gestudeerd had, ging hij bij François Lemoyne ter school, waar hij naar Ital. voorbeelden decoratief opgevatte mythologische onderwerpen schilderde...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Boucher

(Francois) Frans schilder, ° 1703 en † 1770 te Parijs: schilderde idyllische en mytologische stukken.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boucher

François, Frans schilder, graficus en decorateur, *29 september 1703 Parijs, ♱30 mei 1770 te Parijs. Hij ontving zijn eerste tekenlessen van zijn vader Nicolas, daarna van François le Moine. Hij etste een tijd naar voorstellingen van Watteau, waardoor hij sterk door deze werd beïnvloed.Hij verbleef drie jaar in Italië. Na z...

2024-04-26
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Boucher

Onder dezen naam vermelden wij: Francois Boucher, een Fransch historieschil­der. Hij werd geboren te Parijs den 29sten September 1703, was een leerling van Lemoine, begaf zich in 1725 naar Rome, werd na zijn terugkeer in 1734 lid der Academie, in 1744 professor, later schilder des Konings en directeur der Gobelins, en overleed den 30s...