Wat is de betekenis van bosbouw?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bosbouw

bosbouw - Zelfstandignaamwoord 1. (bosbouw) het systematisch bosbeheer (teelt en verzorging van bossen) voor de productie van hout Landbouw, bosbouw en visserij. Woordherkomst samenstelling van bos en bouw Synoniemen boswezen houtteelt houtvesterij

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bosbouw

bosbouw - zelfstandig naamwoord uitspraak: bos-bouw 1. het aanleggen, onderhouden van bossen en daar geld aan verdienen ♢ sommige boeren hebben hun land geschikt gemaakt voor bosbouw Zelfstandig naamwoord: bos-bouw d...

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bosbouw

bosbouw - Het kweken en bestuderen van bomen in een bos, vooral bomen die worden geteeld voor hout. Gebruik 'boomkwekerij' voor het telen en verzorgen van bomen en struiken in tuinen of voor de sier.

2024-04-26
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

bosbouw

het aanleggen, instandhouden en exploiteren van bossen volgens een geordende economische en technische planning. Kernprobleem van de bosbouw is het evenwicht tussen op de langere termijn onvoorspelbare menselijke eisen, en de onveranderlijkheid van de milieu-eisen van bos. Een Ned. voorbeeld van de verschillende eisen die de mens stelt is de naoorl...

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Bosbouw

In de Vroege Middeleeuwen kon nog niet van bosbouw gesproken worden. Men kapte uit het bos wat men nodig had (roofbouw). Aan heraanplanting werd niet gedacht. Daaraan werd later aandacht geschonken. De meeste waarde hadden eiken en beuken, zulks met het oog op de varkensmesterij. Toen tegen het einde van de 18de eeuw de aardappelteelt...

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bosbouw

Het aanleggen, verplegen, beschermen en beheren van bossen op zodanige wijze, dat het daarmede na te streven doel (houtproductie, scherminvloed of landschapschoon) zo goed mogelijk wordt bereikt. De wetenschap, die zich daarmede bezighoudt noemt men bosbouwkunde. de bosbouwkunde wordt wel in drie onderdelen gesplitst nl. de productieleer, die de le...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bosbouw

m., het aanleggen en onderhouden van bossen ; de leer daarvan.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Bosbouw

Inleiding: In hetgeen volgt wordt gehandeld over al datgene wat de mens doet om het bos te behouden voor direct gebruik of als grondstofleverancier voor de industrie. Het is dus vooral de beschrijving van het zaaien, stekken, planten en rooien en van alle zorgen daaraan verbonden. Helaas heeft de mens in het verleden meer bos vernietigd dan gekweek...