Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Bosbouw

betekenis & definitie

Inleiding: In hetgeen volgt wordt gehandeld over al datgene wat de mens doet om het bos te behouden voor direct gebruik of als grondstofleverancier voor de industrie. Het is dus vooral de beschrijving van het zaaien, stekken, planten en rooien en van alle zorgen daaraan verbonden.

Helaas heeft de mens in het verleden meer bos vernietigd dan gekweekt, zodat het regenwater de kans kreeg de bebouwbare grond mee te sleuren van de bergen naar de zee of, als het ontboste gebied een vlakte 1 OO was, de winden gelegenheid kregen de droge aarde te verstuiven.De geweldige nadelen hiervan doen zich b.v. in het bijzonder gevoelen in de Ver. St. v. Amerika. De chef van de ‘Soil Conservation Service’ aldaar, H. H. Bennett, gaf daarvan in 1941 ontstellende voorbeelden in het maandblad van het Internationale Landbouwinstituut te Rome.

Hij berekende dat jaarlijks in de Ver. St. een hoeveelheid grond verloren gaat, voldoende om een trein van de aarde naar de maan en terug te vullen en schat dit verlies op 3800 millioen dollar per jaar. In slechts 200 jaren van landbouw, zegt hij, zijn ongeveer 282 millioen acres (113 millioen ha) land verwoest of ernstig beschadigd door erosie en bovendien zijn 310 millioen ha meer of minder beschadigd. Men kan aannemen, dat een aequivalent van 200 boerderijen van 40 acres dagelijks wegspoelt of weggeblazen wordt uit de Ver. St. Na 1930 werden de zandstormen in de ‘great plains’, gelegen tussen de Rocky Mountains en de 100ste meridiaan, samen ongeveer 1/6 van de oppervlakte van de Ver.

St., veel erger door onvoldoende regenval (minder dan 500 mm per jaar) en sterke wind, die niet verzwakt werd door de aanwezigheid van bomen . Vooral in 1934 waren de omstandigheden gunstig voor winderosie. Zwakke winden vormden kolossale golvende donderkoppen van stof die de hemel mijlen ver verduisterden en rollend oostwaarts geblazen werden over twee derde van de weg dwars door Amerika naar de Atlantische Oceaan. Gronddeeltjes van boerderijen in Kansas en Colorado vielen in de straten van New York uit dikke droge wolken, zodat de auto’s daar met de koplampen aan moesten rijden