Wat is de betekenis van boom (divers)?

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boom (divers)

A. m. (bomen; -pje) [~ bouwen, bouwmiddel] I. Eig. plant met een houtige stengel, die zich eerst op zekere hoogte vertakt: een bladerrijke, dode, dorre, holle, lommerrijke, ontbladerde -; een opgaande -, Tgst. struikgewas; een tamme, wilde, zieke, zware -; de bladeren, de stam, de takken, de twijgen, de wortels van een -; een bloeit, bot uit, gro...

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Boom (divers)

1) Scheepvaart: een rondhout, waarop het achterste gaffelzeil wordt uitgehaald. 2) Kaartspel: een B. of boompje jassen: een partijtje kaart, waarbij degene die wint van een lange streep, den boom, voorzien van vijf of zeven dwarsstrepen, telkens een of twee dwarsstreepjes uitwischt, totdat alle weg zijn; het spel of het partijtje is uit als een der...