Wat is de betekenis van bode?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bode

m.'en v. (-n), 1. iem. die een tijding of een bevel overbrengt, boodschapper; (bijb.) afgezant; — de beste bode is de man zelf, als men zeker wil zijn dat iets goed overkomt moet men zelf gaan; — de hinkende bode komt achteraan, als waarschuwing gezegd tegen voorbarige blijdschap over een welkom bericht; — hij is een goede bo...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bode

Het begrip bode heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand die een boodschap overbrengt. iemand die een, meestal belangrijke, boodschap overbrengt, vaak iemand die een bijzondere of goddelijke gave heeft; boodschapper. 2) iemand die berichten en pakjes overbrengt. iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met het overbrengen van...

2025-07-17
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bode

Eenstammig verkorte Germaanse naamvorm van een stam met de betekenis 'gebieden' (zie -bod- en vergelijk Buitsen en Boete).

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bode

bode - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die gezonden wordt om een bericht, dienst, voorwerp enz. af te leveren De bode verkondigde een boodschap van grote vreugde. Verwante begrippen gezant, heraut, koerier, afgezant, pedel

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bode

bode - zelfstandig naamwoord uitspraak: bo-de 1. iemand die voor zijn beroep iets rondbrengt ♢ er verscheen een bode met een pakje Zelfstandig naamwoord: bo-de de bode de bodes ...

2025-07-17
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

bode

bode

2025-07-17
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Bode

zie: aanspreker, uitvaartverzekering .

2025-07-17
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bode

Of hij geluk of ongeluk brengt, moet uit andere symbolen van de droom worden opgemaakt. (Zie ook ‘Postbode’).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

bode

zie personeel.