Wat is de betekenis van bloemisterij?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bloemisterij

bloemisterij - Zelfstandignaamwoord 1. (bedrijf) het bedrijf (tuin, winkel etc.) van een bloemist Woordherkomst afgeleid van bloemist met het achtervoegsel -erij Verwante begrippen bloemkwekerij, bloemenwinkel, bloemenzaak

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Bloemisterij

v. (geen mv.), teelt van bloemen en planten. (e) De bloemisterij vertoont qua veilingomzet in Nederland nog steeds een vrijwel constante groei van rond 10 % per jaar. De veilingomzet van snijbloemen steeg van f 1,6 mrd. in 1980 naar f 2,1 mrd. in 1983. Die van pot- en perkplanten en jonge planten nam in die periode nog sterker toe, nl. van f...

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Bloemisterij

2. v. (geen mv.), teelt van bloemen en planten. © De bloemisterij vertoont qua veilingomzet in Nederland nog steeds een vrijwel constante groei van rond 10 % per jaar. De veilingomzet van snijbloemen steeg van f 1,6 mrd. in 1980 naar f 2,1 mrd. in 1983. Die van pot- en perkplanten en jonge planten nam in die periode nog sterker toe, nl. van f...

2024-04-30
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

BLOEMISTERIJ

De opp. B.-gewassen in Frl. omvat ca. 11 ha, (8 ha bloemkwekerij in de volle grond en 3 ha onder glas). Deze opp. is ca. 1 pct. van de opp. bloemkwekerij in Nederland (Centraal Bureau Statistiek landbouwtelling 1955). De teelt is gericht op plaatselijk gebruik. De B.-bedrijven zijn niet gespecialiseerd op de teelt van enkele gewassen, zoals de tee...

2024-04-30
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bloemisterij

Het kweken van snijbloemen, poten perkplanten, het kweken van voortplantings materiaal en de verwerking van eerstgenoemde producten bij de aanleg en het onderhoud van tuinen en in de bloemsierkunst. Deze onderdelen zijn gewoonlijk in verschillende, soms echter op één bedrijf ondergebracht. Organisatorisch zijn clc beoefenaars van deze...

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bloemisterij

v. (-en), bedrijf, tuin, winkel van een bloemist.

2024-04-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bloemisterij

Bloemisterij - zie Bloemkweekerij.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bloemisterij

(tə'rij) v. (-en) bloemkwekerij.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Bloemisterij

Naamwoord: bloembed, bloemperk, perk, mozaïekperk, ster, parterre, border, bloemlezing, bloemenhorloge, bloemenmarkt, bloementenstoonstelling, floralia. bloem(en)tafel, bloemenmand, bloemkorf, bloempot, sierbloempot, bak, bloemenbak, bloemhouder, sierpot, cache-pot, bloemenschaar, bloemruiker, ruiker, bloemtuil, tuil, mei, bouquet, boe...