blauw laken
(1844) (Barg.) daklood: 'handelen in blauw laken van een blad'; 'blauw laken gerijpt (lood en zink van het dak gestolen)'. 'Handelaar in blauw laken': iemand die het lood van goten en daken steelt. • Blauw laken, (barg.) lood. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Handelaar in b...