Wat is de betekenis van blaker?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blaker

m. (-s), lage kandelaar met brede, platte voet (gewoonl. bestaande uit een schaaltje) van een oor, staart of handvat voorzien.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

blaker

schotelvormige kandelaar. schotelvormige kandelaar met een oor of handvat en een houder om er de kaars in te plaatsen. Voorbeelden: Kandelaars, blakers en dergelijke waren weggeborgen in de kasten en werden alleen tijdens gebruik te voorschijn gehaald. http://www.alweer-een-vermeer.nl/Johannes%20Vermeer/Vermeer%20thuis.htm, 2002...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blaker

blaker - Zelfstandignaamwoord 1. lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat blaker - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blakeren ♢ Ik blaker 2. gebiedende wijs van blakeren blaker! 3. (bij inversie) tweede per...

2025-07-17
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

blaker

blaker - Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een platte schotel- of schaalvormige basis. Gebruik 'kandelaars' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een voetstuk met een verbrede basis of voet.

2025-07-17
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Blaker

kaarsenhouder van koper, zilver, pleet, messing of aardewerk, bestaande uit een schotel met in het midden een kaarsenhouder met korte schacht en aan de rand een handvat. De blaker is voorzien van een kegelvormige domper, die aan het handvat of aan de kaarsenhouder kon worden gehangen. In het begin van de 19de eeuw werden de blakers dikwijls voorzie...

2025-07-17
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

blaker

(de, -s), dienblad. Maar zij zou binnenkomen [in de bus] en gooide ‘bram’ haar blaker op die achterdeur. Emaillepatjes vlogen rond. Iets kraakte (Cairo 1977: 142). Etym.: AN b. = soort kandelaar.

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

blaker

klein standertjie vir ‘n kers, kandelaar; stert; geblaker, skroei, warm skyn op; hom warm maak; gooi, skiet.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Blaker

s., bleaker.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

blaker

m. blakers, blakertje (lage kandelaar met brede, platronde voet; Z.-N. gew. lampekap).