Wat is de betekenis van Bijzin?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijzin

bijzin - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een deel van een uiting dat een ondergeschikte rol speelt ten opzichte van de hoofdzin Maar wat is hier nu de hoofdzin en wat is de bijzin? Ik ga naar school, omdat het moet. omdat het moet is hier de bijzin....

2024-04-26
Begrippen Over taal

Taaladvies (2017)

Bijzin

Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat. Als zinsdeel kunnen bijzinnen functies vervullen als onderwerp (1), lijdend voorwerp (2) enzovoort:...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijzin

bijzin - zelfstandig naamwoord uitspraak: bij-zin 1. zin die dienst doet als zinsdeel in de hoofdzin ♢ in '[als ik tijd heb] zal ik komen' vormen de eerste vier woorden een bijwoordelijke bijzin 1. bijwoordelijke bijzin ...

2024-04-26
Termenlijst taaluniversum

NN (2000)

Bijzin

Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat. Als zinsdeel kunnen bijzinnen functies vervullen als onderwerp (1), lijdend voorwerp (2) enz.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijzin

m. (-nen), (taalk.) van een hoofdzin afhankelijke, ondergeschikte zin.

2024-04-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

BIJZIN

of afhankelijke zin noemt men dat deel van de samengestelde zin, dat daarin dezelfde dienst verricht als een zinsdeel in de enkelvoudige zin. Er zijn dan ook evenveel soorten van bijzinnen als er soorten van zinsdelen zijn. Bovendien heeft een bijzin meestal een andere woordorde dan de enkelvoudige zin en de hoofdzin: het onderwerp en de persoonsvo...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijzin

m. bijzinnen (zin, in de plaats staande v. e. zinsdeel): een voorwerpszin is een bijzin.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bijzin

Bijzin - ➝ Zin.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijzin

('bij) m. (-nen; -netje) Taalk. bijgevoegde, afhankelijke, ondergeschikte zin ; in „een jongen, die altijd flink is, wanneer hij zich voordoet” is „die altijd flink is” een van de 1ste graad, „wanneer hij zich voordoet” een van de 2ste graad.