Wat is de betekenis van Bijval — buitenkans — meevaller?

2024-04-28
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Bijval — buitenkans — meevaller

Bijval en buitenkans worden, meestal met den verkleiningsuitgang, gezegd van eene onverhoopte winst, eene winst, waarop men niet gerekend had. Bijval wordt in de algemeene spreek- en schrijftaal weinig meer gehoord, alleen nog hier en daar in dialect. Meer dan bijvalletje is in gebruik meevaller of meevalletje voor een klein onverwacht voordeel.