Wat is de betekenis van bijdehand?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijdehand

bijdehand - Bijvoeglijk naamwoord 1. snel en gevat van reactie Het bijdehante meisje haalde allemaal goede punten voor haar proefwerken. 2. brutaal De bijdehante jongen had zijn weerwoord gelijk klaar. Woordherkomst Samenstelling van bi...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijdehand

bijdehand - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bij-de-hand 1. wie het vlug snapt en snel reageert ♢ onze oudste dochter is erg bijdehand Bijvoeglijk naamwoord: bij-de-hand ... is bijdehanter dan ... ...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijdehand

adj., byderhant, útsliept, net efterút; — persoon, igel, ychel.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijdehand

bn. (bijdehanter, meest —), vlug van begrip, pienter, handig : een bijdehand kind ; — in minder gunstige opvatting : vrijpostig.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijdehand

(bijdə'hant) bn. (...hante) handig, behendig, vlug van begrip : die jongen is ; een kind.

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijdehand

BIJDEHAND, BIJDERHAND, bn. hij is bijdehand, hij is slim, vlug, gevat; ’t is een bijdehand kind.