Wat is de betekenis van bijdehandje?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijdehandje

bijdehandje - Zelfstandignaamwoord 1. een slim en brutaal meisje - „Jij bent echt een bijdehandje” zei mevrouw Van Delft tenslotte. Ik knikte vrolijk. Als je geen definieerbare persoonlijkheid meer hebt, is het altijd leuk om van een ander te horen wie je nu weer bent. Woordherkomst...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijdehandje

s.n., byderhantsje (it), hantsjegau (de & it).

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijdehandje

o. (-s), iemand die bijdehand is (van kinderen en vrouwen gezegd).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijdehandje

o. bijdehandjes (vlug, schrander kind, meisje, vrouw): het, zij is een bijdehandje.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijdehandje

o. (-s) die bijdehand is.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijdehandje

BIJDEHANDJE, o. (-s), iemand die bijdehand is (van kinderen en vrouwen). BIJDEHANDSCH of BIJDERHANDSCH, bn. het bijdehandsche paard, dat aan de linkerzijde gespannen is.