Wat is de betekenis van bijdehandje?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijdehandje

o. (-s), iemand die bijdehand is (van kinderen en vrouwen gezegd).

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijdehandje

bijdehandje - Zelfstandignaamwoord 1. een slim en brutaal meisje - „Jij bent echt een bijdehandje” zei mevrouw Van Delft tenslotte. Ik knikte vrolijk. Als je geen definieerbare persoonlijkheid meer hebt, is het altijd leuk om van een ander te horen wie je nu weer bent. Woordherkomst...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijdehandje

s.n., byderhantsje (it), hantsjegau (de & it).

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijdehandje

o. bijdehandjes (vlug, schrander kind, meisje, vrouw): het, zij is een bijdehandje.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijdehandje

o. (-s) die bijdehand is.

2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bijdehandje

bijdehandje geleed woord Zie: bijdehand

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijdehandje

BIJDEHANDJE, o. (-s), iemand die bijdehand is (van kinderen en vrouwen). BIJDEHANDSCH of BIJDERHANDSCH, bn. het bijdehandsche paard, dat aan de linkerzijde gespannen is.