Wat is de betekenis van Bi-?

2024-04-26
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Bi-

(smst), twee, dubbel

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bi-

[Lat.] dubbel-, twee-.

2024-04-26
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

bi-

twee in samengestelde woorden

2024-04-26
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Bi-

(Lat.; bis = tweemaal). Eerste lid in samenstellingen met de betekenis: tweemaal, dubbel.

2024-04-26
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

bi-

twee-, dubbel-; biconvex biconvex, dubbelbol; biconcave, biconcaaf, dubbelhol; bidental, bidentaal, tweetandig; bifid, bifidus, gespleten; bifocal, bifocaal, dubbelbrandpuntig; bifurcate, bifurcatus, gevorkt; bigeminal, bigeminus, dubbel; bilateral, bilateraal, tweezijdig; bilobular, bilobulair; bimanual, bimanueel, met beide handen; binaural, bina...

2024-04-26
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Bi-

(< Lat. bis = tweemaal). Komt voor in talrijke samenstellingen. Vb. → biaxiaal.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bi-

vrvgs. tweemaal.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)