Wat is de betekenis van bezijden?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezijden

1. vz., naast: bezijden het paleis; (fig.) bezijden de waarheid, eufemisme voor: onwaar; 2. bw., langs, naast, opzij : pas op, het gaat er bezijden! (bij het schenken); iem. van bezijden aankijken, van ter zijde; hij was de plank bezijden, er naast. In Z.-Ned. gebruikt men BEZIJDS'.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezijden

bezijden - Voorzetsel 1. naast Beide ruimten moeten ongeveer ter hoogte van het altaar bezijden het presbyterium gelegen hebben. Uitdrukkingen en gezegden bezijden de waarheid een leugen

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bezijden

praep. & adv., biside(n).

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bezijden

1. vz. (naast): bezijden het kasteel, d. i. ter zijde van; fig. dat is bezijden de waarheid, onwaar; 2. bw.: hij keek mij van bezijden aan, van ter zijde.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bezijden

(bə'zijdən) I. bw. van ter zijde : iemand – aankijken. II. vz. 1. ter zijde van : – het kasteel. 2. naast : dat is – de waarheid, onwaar.

2025-07-16
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Bezijden

Bijwoord: bezijden, terzijde, in profiel, en profile, van weerszijden, van weerskanten, beiderzijde, veelzijds, over, ultra. Adjectief: zijwaarts, zijdelings, overzijds, lateraal, collateraal (kol...), rechts, rechter, vandehands, links, slinks, linker, slinker, bijdehands, aan iemands groene zijde, cisalpijns, transalpijns, over maa...

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bezijden

voorz., naast; (fig.) bezijden de waarheid, euf. voor: onwaar.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bezijden

BEZIJDEN, voorz. en bw. naast: bezijden het paleis; (fig.) bezijden de waarheid, (euphemisme voor) onwaar; — hij was de plank bezijden, had het mis.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bezijden

Bezijden, vr. en bijw. naast; - het paleis; (fig.) - de waarheid, onwaar. *...ZILVEREN, bw. gel. (ik bezilverde, heb bezilverd), zie VERZILVEREN. *...ZINGEN, bw. ong. (ik bezong, heb bezongen), verheffen, roemen (in gezang of dichtmaat); zingen. ...ER, m. (-s). ...STER, v. (-s). ...ING, v. gmv. *...ZINKEN, ow. ong. (ik bezonk, ben bezonken), held...