bezeten
bezeten - Bijvoeglijk naamwoord 1. onder de invloed van een boze geest zijn 2. teveel onder invloed zijn van iets dat op zich niet slecht hoeft te zijn bezeten - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bezitten Woordherkomst voltooid deelwoord van bezitten maar met een klinkerwisseling i-e (/ɪ/ - /e/)