Wat is de betekenis van betrekking?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

betrekking

betrekking - Zelfstandignaamwoord 1. een band of relatie Dat land heeft geen diplomatieke betrekkingen met Nederland. 2. een bezigheid waaruit men inkomsten haalt, de baan, ambt, post, werkkring Ze heeft momenteel een tijdelijke betrekking. 3....

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

betrekking

betrekking - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-trek-king 1. werk waarvoor je betaald wordt ♢ het leraarschap lijkt me een goede betrekking 2. het met elkaar omgaan ♢ de betrekkingen in onze fa...

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

betrekking

- betrekkingen hebben, met iemand naar bed gaan, geslachtsgemeenschap hebben. zie openstellen, openverklaren.

2024-04-24
Psychologie en Sociologie

Ella Wijsman (1992)

Betrekking

Relatie.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

betrekking

verband; amp, pos.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Betrekking

s., bitrekking, plak, post tsjinst, offysje (it), baentsje (it); zijnkwijtraken, it 'e tsjinst reitsje, derut reitsje, op 'e dyk komme to stean.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Betrekking

v. (-en), 1. ambt, bediening, werkkring : een openbare, winstgevende, ondergeschikte betrekking ; zijn betrekking nederleggen ; in betrekking komen ; in betrekking zijn bij; een betrekking zoeken; iem. aan een betrekking helpen; 2. wederzijds verband, verhouding tot elkander: dat heeft geen betrekking daarop, dat staat daarmee niet i...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

betrekking

v. betrekkingen, betrekkinkje (1 verhouding; band tussen personen onderling of personen en zaken; 2 nabestaanden altijd in het mv.; 3 ambt, post); 1. de betrekking tussen man en vrouw; ik heb alle betrekkingen met hem afgebroken; in vriendschappelijke betrekking tot iem. staan, gemeenschap; zich in betrekking tot iem. stellen, zich in verbinding st...