Wat is de betekenis van BÊTE?

2024-04-27
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

BÊTE

UIT: Mannenmagneet (Aleid Truijens, de Volkskrant, 27 oktober 2009) CONTEXT: Wat zien mannen er toch ontzettend dom uit als ze een leuke vrouw zien. Wezenloze blik op borsthoogte, neusgaten iets opengesperd, openhangende mond die zich plooit in een BÊTE lachje. Hongerig, hondachtig. Mannen van 16, 36 en 66. : onnozel, schaapachtig UITSPRAA...

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bete

Vermoedelijk is dit een eenstammige verkorting van namen met bert- 'stralend, glanzend, schitterend' (zie -brecht-). Vroeger meer verbreid, bijvoorbeeld Dordrecht 1284: Heer Bette, Bettekin (SRD).

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bête

[Fr., van Lat. bestia = wild dier] I zn lett.: dier; domoor, dommerik; bête noire, (fig.) het zwarte schaap (der familie); II bn dom, stompzinnig, dwaas, onnozel.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Béte

schaapachtig; onnozel

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Bete

m Vermoedelijk is dit een eenstammige verkorting van namen met bert- ‘stralend, glanzend, schitterend’ (zie -brecht-). Vroeger meer verbreid, bijv. Dordrecht 1284: Heer Bette, Bettekin (SRD).

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Béte

beest, domkop, ook: dom; stompzinnig.

2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Bête

I. beest, dier; domkop; bonne bête, goeie sul, lobbes; fine bête, slimmerd; bêtes fauves, rood wild; wilde dieren; bêtes féroces, verscheurende dieren; bêtes noires, zwart wild (wilde zwijnen); ma bête noire, iem. of iets waaraan ik vreselijk ’t land heb; bête à bon Dieu, onze-lieve-heer...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bete

s., hap, byt.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bete

biet.