benemen
benemen - Werkwoord 1. (ov) iemand iets ~: laten verliezen ♢ Dit benam hem de lust om nog verder te eten. Woordherkomst Afgeleid van nemen met het voorvoegsel be-
Wiktionary (2019)
benemen - Werkwoord 1. (ov) iemand iets ~: laten verliezen ♢ Dit benam hem de lust om nog verder te eten. Woordherkomst Afgeleid van nemen met het voorvoegsel be-
Muiswerk Educatief (2017)
benemen - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-ne-men 1. van hem wegnemen ♢ het beneemt mij de eetlust als ik hem zie knoeien Onregelmatig werkwoord: be-ne-men ik beneem jij/u beneemt...
Walter De Clerck (1981)
1. (Plaats) innemen, beslaan; - die kast beneemt te veel plaats. 2. Van gewaarwordingen, gedachten e.d.: (iem.) zodanig in beslag nemen dat hij ze niet van zich af kan zetten; (iem.) bezighouden, inpalmen, obsederen Later, als ik groter werd, en dacht en sprak over andere, nieuwe dingen, die mij helemaal benamen en mij ’t onderste bov...
Van Dale Uitgevers (1950)
(benam, heeft benomen), 1. (iets onstoffelijks) ontnemen, wegnemen van: iem. de moed benemen; iem. het uitzicht, het licht benemen; — zich het leven benemen, zelfmoord plegen. 2. (Zuidn.) (plaats) innemen, beslaan.
M. J. Koenen's (1937)
benam, h. benomen (1 ontnemen, wegnemen, doen verliezen; 2 Z.-N. ruimte beslaan, innemen): 1. zich het leven benemen, zelfmoord plegen; dat beneemt mij alle hoop; 2. Z.-N. die tafel beneemt veel plaats.
Jozef Verschueren (1930)
(bənemən) (benam, heeft benomen) ontnemen, alleen in bepaalde uitdrukkingen : de lust -; dat beneemt mij alle moed. → leven. Syn. → afhandig (maken).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: