Wat is de betekenis van Beneficie?

[Lat. beneficium = weldaad] 1 prebende (z.a.) geschonken uit gunst; 2 (jur.) recht van beneficie; onder beneficie van inventaris, met recht van boedelbeschrijving.

gunst; ambt verleent uit gunst; kerkelijke waardigheid met een inkomen

→ Leenstelsel.

(= weldaad), kerkelijk ambt, waaraan het recht op stoffelijke voordeelen en inkomsten en gewoonlijk ook verplichtingen verbonden zijn. De inkomsten bestaan gewoonlijk in het vruchtgebruik van onroerende goederen, jaarlijksche vaste renten door anderen te betalen, offeranden der geloovigen en stoolrechten (zie Jura stolae). De begiftiging ermede is...

In de M.E. blijvend en niet-intrekbaar recht op inkomsten, verbonden aan een geestelijk ambt, getrokken uit grondbezit (zie Pastorieplaats, Leen) of uit zakelijke rechten op grond. Om tot het wettig bezit van een B. te komen (installatie) moest men worden aangewezen door de patroon (collatie), en de institutie ontvangen van de bisschop of zijn plaa...

weldaad; een uit gunst verleend ambt; prebende; onder beneficie van inventaris: onder voorrecht van boedelbeschrijving.

is een juridische grootheid, door het kerkelijk gezag blijvend ingesteld, die een kerkelijk ambt en het recht op de daaraan verbonden stoffelijke voordelen, als vruchtgebruik van onroerende goederen, jaarlijkse vaste renten enz. omvat.

(<Fr.-Lat.), v. (...iën), 1. in de verb. onder beneficie van inventaris, onder voorrecht, voorbehoud van boedelbeschrijving (nl. ten aanzien van de verhouding van schulden en baten bij het openvallen van een erfenis); ook fig. 2. (R.-K.) geestelijke waardigheid met daaraan verbonden inkomsten. 3. postje uit gunst iem. gegeven.

v. weldaad; kerkelijke titel met bondsinkomen; uit gunst verleend ambt; onder ~ van inventaris, onder voorrecht van boedelbeschrijving, beneficiëren, 1 een weldaad of gunst bewijzen; 2 toonteken aanbrengen.