Wat is de betekenis van belonen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

belonen

belonen - Werkwoord 1. (ov) een prestatie of goede daad met geld of op een andere manier erkennen Zijn werk werd goed beloond. Prestaties bij STRAVA worden beloond met kudo's. Woordherkomst Afgeleid van loon met het voorvoegsel be- met...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

belonen

belonen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-lo-nen 1. iets geven omdat hij iets goeds heeft gedaan ♢ Jur wordt voor zijn goede rapport beloond met een fiets Regelmatig werkwoord: be-lo-nen ik beloon ...

2024-04-26
MOM's lexicon van de opvoedmisstanden

Marga Schiet (2003)

Belonen

Belonen doe je door 'goed zo' tegen een kind te zeggen. Een beloning met een duidelijke uitleg werkt veel beter en helpt mee aan de vorming van een positief zelfbeeld van kinderen. Alleen 'goed zo' zeggen is zo vaag. Duidelijk vertellen wat je goed of leuk vindt, werkt veel beter, bijvoorbeeld: 'Wat goed dat je zo rustig bent blijven zitten in de w...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Belonen

v., (bi) leanje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belonen

(beloonde, heeft beloond), 1. iem. loon voor iets geven, een stoffelijke vergelding voor diensten of verdiensten: zware arbeid wordt vaak slecht beloond; — oneig. een blijk van tevredenheid geven: de ijver der leerlingen, de leerlingen belonen; beloond worden met; 2. voldoening geven voor, vergelden: dat beloont de moeite dubbel...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

belonen

beloonde, h. beloond (1 iem. met iets beschenken tot vergelding inz. van iets verdienstelijks; 2 iem. voldoening van iets laten hebben): 1. de leerling werd voor zijn ijver met een fiets beloond; 2. de ouders worden niet altijd beloond voor hun moeite.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

belonen

(bə'lo:nən) (beloonde, heeft beloond) 1. beschenken tot vergelding van iets verdienstelijks : een jongen voor zijn ijver met een boek -. Syn. betaald zetten, betalen, lonen, vergelden. Tgst. bestraffen. 2. met voldoening vergelden : de ouders worden niet altijd voor hun zorgen beloond.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Belonen

(beloonde, heeft beloond), 1. iemand loon voor iets geven, een stoffelijke vergelding voor diensten of verdiensten: zware arbeid wordt vaak slecht beloond; oneig. een blijk van tevredenheid geven: de ijver van de leerlingen belonen; beloond worden met; 2. voldoening geven voor, vergelden: deugd wordt zelden beloond.