beentje
beentje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord been
Wiktionary (2019)
beentje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord been
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. klein been (lichaamsdeel); — in zegsw.: iem. een beentje lichten, zetten, door het been vooruit te zetten hem daarover doen struikelen; (fig.) onderkruipen, er uit knikkeren; — zijn beste beentje voorzetten, zijn best doen, inz. om een goede indruk te maken; — beentje over doen, (schaatsenrijden) k...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), 1. klein been (lichaamsdeel); in zegsw.: iemand een beentje lichten, zetten, door het been vooruit te zetten hem daarover doen struikelen; (fig.) eruit knikkeren; zijn beste beentje voorzetten, zijn best doen, m.n. om een goede indruk te maken; beentje over, wijze van schaatsenrijden waarbij afwisselend het ene been boven het andere geheve...
J.H. van Dale (1898)
o. (-s), klein been; (fig.) iem. een beentje lichten, onderkruipen; — iem. een beentje zetten, door het been vooruit te zetten, een ander daarover doen struikelen; — zijn beste beentje voorzetten, zijn uiterste best doen; (ook) zich van de gunstigste zijde doen kennen; — hij doet beentje over, (van een schaatsenrijder) kunstige...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: