beek
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (beken), 1. smal stromend water, dat nog overal doorwaadbaar is: door de samenvloeiing van enige beken ontstaan de rivieren; vgl. Regen-, stort-, stuifbeek; 2. (oneig.) stroom van vocht: beken bloeds; een beek van tranen; — ook van abstr. zaken die een „loop” hebben.
Meertens Instituut (2020)
Mogelijk een verkorting, en vleivorm daarvan, van Bert-namen (zie -brecht-); vergelijk de oude vermelding Beke = Bertke.
Wiktionary (2019)
beek - Zelfstandignaamwoord 1. een kleine, ondiepe waterloop ♢ De Doorbraak is een nieuwe kunstmatige beek bij Almelo.
Muiswerk Educatief (2017)
beek - zelfstandig naamwoord 1. smal en ondiep riviertje ♢ we wasten onze voeten in de beek Zelfstandig naamwoord: beek de beek de beken het beekje
C. Kolman (2003)
Dorp, ontstaan bij de Keutelbeek aan de rand van het plateau van Schimmert. Beek wordt voor het eerste vermeld in 1145 als Becca. In 1661 werd Beek Staats. Het dorp heeft een lineaire structuur met een dries. De oude dorpskerk bouwde men op de dries. Rond 1800 vormden de Burg. Janssenstraat, de Molenstraat en een gedeelte van de Raadhuisstraat de d...
Aad Struijs (2002)
De bewoners van Beek spreken teder over de 'kabouterboom'. Gekke naam. Want de kabouterboom is een reus. Een dikke reus. Het is zelfs de dikste boom van Nederland. De tamme kastanje (in tuinmanslatijn: Castanea sativa) heeft een stamomtrek van 850 centimeter. De ouderdom wordt geschat op 400 tot 600 jaar. De 25 meter hoge boom staat in het Kastanje...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: